Voortplantingsmodellen in de context van draadloze communicatie omvatten empirische modellen, zoals de Okumura-Hata- en 231-modellen, die de signaalvoortplanting schatten op basis van empirische gegevens en omgevingsfactoren zoals terrein en gebouwen. Bovendien gebruiken deterministische modellen op fysica gebaseerde berekeningen om signaalgedrag te voorspellen, waarbij rekening wordt gehouden met obstakels en materialen die de golfvoortplanting beïnvloeden. Ten slotte omvatten stochastische modellen statistische methoden om de signaalvariabiliteit te modelleren en de signaalsterkte onder variërende omstandigheden te voorspellen, die vaak worden gebruikt bij de planning en optimalisatie van moderne draadloze netwerken.
Bij draadloze communicatie zijn de drie belangrijkste voortplantingsmodellen verlies van vrije ruimtepaden, lognormale observatie en meervoudige vervaging. Padverlies in de vrije ruimte beschrijft de signaalverzwakking naarmate de afstand tussen de zender en ontvanger in de open ruimte toeneemt. De logische observatie van de log van signaalfluctuaties als gevolg van obstakels en veranderingen in de omgeving, vaak gemodelleerd met een Gaussiaanse verdeling. Multipath fading resulteert erin dat signalen via meerdere paden bij de ontvanger aankomen, waardoor faseverschuivingen en interferentie ontstaan die de signaalkwaliteit beïnvloeden.
Voortplantingsmodi voor radiogolven omvatten grondgolf-, luchtgolf- en ruimtegolfmodi. De voortplanting van aardse golven volgt het aardoppervlak en is geschikt voor korteafstandscommunicatie op lagere frequenties. Bij de voortplanting van Skywaves worden signalen weerkaatst door de ionosfeer, waardoor communicatie over lange afstanden op gemiddelde frequenties mogelijk wordt. De voortplanting van ruimtegolven vindt plaats in de zichtlijn tussen antennes, wat gebruikelijk is bij hogere frequenties die worden gebruikt in microgolfverbindingen en satellietcommunicatie.
Bij netwerken verwijzen propagatiemethoden naar hoe signalen door netwerken bewegen. Gebruikelijke methoden zijn onder meer geleide transmissie, waarbij signalen langs een specifiek pad worden geleid, zoals kabels of optische vezels, waardoor een betrouwbare gegevensoverdracht over korte tot middellange afstanden wordt gegarandeerd. Draadloze transmissie maakt gebruik van radiogolven of infraroodsignalen om te communiceren zonder fysieke verbindingen, geschikt voor mobiele apparaten en connectiviteit op afstand. Omroeptransmissie omvat signalen die tegelijkertijd naar meerdere ontvangers worden verzonden, typisch voor radio en televisie, om effectief een groot publiek te bereiken.