Wat is S-modus en C-modus?

Mode S en Mode C zijn twee verschillende werkingsmodi in secundaire surveillanceradarsystemen (SSR) die worden gebruikt bij luchtverkeersleiding en -bewaking.

Mode S, of selectief bellen, is een geavanceerde versie van SSR die nauwkeurigere en efficiëntere identificatie en communicatie van vliegtuigen mogelijk maakt in vergelijking met oudere radarsystemen. Mode S-transponders in vliegtuigen zijn uitgerust met unieke 24-bits adressen, de zogenaamde Mode S-adressen of ICAO (International Civil Aviation Organization) 24-bits adressen. Deze adressen maken selectieve ondervraging en communicatie mogelijk tussen grondradarstations (ondervragers) en specifieke vliegtuigen, waardoor de kans op interferentie wordt verkleind en de algehele effectiviteit van het toezicht in een druk luchtruim wordt verbeterd. Mode S ondersteunt ook tweerichtingsdatacommunicatie tussen vliegtuigsystemen en grondsystemen, waardoor de mogelijkheden voor luchtverkeersbeheer worden verbeterd.

Modus C daarentegen is een modus binnen SSR die voornamelijk hoogte-informatie van een vliegtuig levert. Mode C-transponders zenden bij ondervraging de drukhoogte van het vliegtuig naar grondradarstations. Deze hoogte-informatie is van cruciaal belang voor luchtverkeersleiders om een ​​veilige verticale scheiding tussen vliegtuigen te behouden, vooral tijdens vluchten in gecontroleerd luchtruim, waar nauwkeurige hoogterapportage essentieel is voor het vermijden van vliegtuigen en het beheer van het luchtruim.

Mode S staat in wezen voor selectief bellen, waarbij de nadruk wordt gelegd op het vermogen om selectief te communiceren met specifieke vliegtuigen met behulp van single-mode-adressen. In tegenstelling tot oudere radarsystemen waarbij alle vliegtuigen in het radardekkingsgebied reageren op algemene ondervragingen, zorgt Mode S voor efficiëntere en gerichtere communicatie tussen grondsystemen en individuele vliegtuigen die zijn uitgerust met Mode S-transponders. Selectieve adressering vermindert databotsingen, verbetert de monitoringnauwkeurigheid en ondersteunt geavanceerde toepassingen zoals Automatic Dependent Surveillance Data Link (ADS-B) en Mode S (Mode S DLS).

Een Code C-code verwijst naar de hoogte-informatie die wordt verzonden door de Mode C-transponder van een vliegtuig als reactie op radarondervragingen. De Code C-code geeft de vliegtuigdrukhoogte weer in stappen van 100 voet tot een maximum van 29.000 voet. Deze hoogte-informatie wordt aan de luchtverkeersleiders getoond, waardoor ze de hoogte van vliegtuigen kunnen monitoren en beheren, veilige scheidingsafstanden tussen vliegtuigen kunnen garanderen en efficiënte routes binnen het gecontroleerde luchtruim kunnen coördineren. Modushoogterapportage is een essentieel onderdeel van luchtverkeersleidingsoperaties en draagt ​​bij aan het veilige en efficiënte beheer van de luchtstroom.