Getrapte pulsherhalingsfrequentie (PRF) in een MTI-radar (Moving Target Indication) verwijst naar een techniek waarbij de radar in opeenvolgende pulsen afwisselt tussen verschillende PRF’s. Deze variatie helpt bewegende doelen te onderscheiden van stationaire rommel door ervoor te zorgen dat de radarretoursignalen niet van puls tot puls in dezelfde fase uitlijnen. Door offset PRF’s te gebruiken, kan de MTI-radar effectief de effecten van blinde snelheden en dubbelzinnigheden verminderen die anders bewegende doelsignalen zouden kunnen maskeren of vervormen.
De functie van offset PRF’s in MTI-radar is voornamelijk het verbeteren van de detectie en discriminatie van bewegende doelen. Door verschillende PRF’s in een gespreide volgorde te gebruiken, zorgt de radar ervoor dat bewegende doelen verschijnen met variërende Doppler-verschuivingen in opeenvolgende pulsen. Door deze variatie kan de radar onderscheid maken tussen echte bewegende doelen en rommel of stationaire objecten die soortgelijke Doppler-verschuivingen kunnen veroorzaken. Gespreide PRF’s verbeteren dus het vermogen van de radar om bewegende doelen nauwkeurig te detecteren en te volgen te midden van achtergrondgeluid en rommel.
Getrapte pulsherhalingsfrequenties zijn cruciaal bij het ontwerpen van MTI-radar, omdat ze de beperkingen helpen overwinnen die gepaard gaan met blinde snelheden en Doppler-ambiguïteiten. Blinde snelheden doen zich voor wanneer de PRF van een radar zodanig is dat hij Doppler-verschuivingen niet kan onderscheiden van bewegende doelen en ruis, waardoor de radar bepaalde bewegingssnelheden niet kan detecteren. Naast PRF’s zorgt de radar ervoor dat hij doelen over een groter snelheidsbereik kan detecteren en volgen, waardoor de algehele prestaties bij het detecteren en volgen van bewegende doelen in complexe omgevingen worden verbeterd.
Radargating verwijst naar de opzettelijke variatie of offset-timing tussen radarpulsen of uitzendingen. In de context van MTI-radar kan bij radaroffset offset-PRF’s betrokken zijn, evenals andere variaties in de timing van de pulstransmissie. Deze gefaseerde aanpak helpt interferentie te verminderen, dubbelzinnigheid te verminderen en het vermogen van de radar om bewegende doelen met grotere nauwkeurigheid en betrouwbaarheid te detecteren en te volgen te verbeteren. De gespreide timing zorgt ervoor dat radarpulsen niet samenvallen met echo’s van eerdere pulsen, waardoor de gevoeligheid en prestaties van de radar worden verbeterd bij het detecteren van kleine, snel bewegende doelen te midden van rommel en lawaai.