De meting van een golf verwijst doorgaans naar de golflengte ervan, namelijk de afstand tussen opeenvolgende toppen of dalen van een golf. Golflengte wordt vaak aangegeven met het symbool λ (lambda) en wordt gemeten in meters (m) of fracties, afhankelijk van de schaal van de golf.
De eenheid van golven is afhankelijk van de specifieke context. Over het algemeen kunnen golven worden gemeten in verschillende eenheden, zoals meters (m), centimeter (cm), nanometers (nm) of zelfs micrometers (μm), afhankelijk van hun golflengte. Lichtgolven worden bijvoorbeeld vaak gemeten in nanometers (nm), terwijl radiogolven een golflengte kunnen hebben van meters tot kilometers.
Golfmetingen omvatten naast de golflengte verschillende parameters, waaronder frequentie, amplitude en voortplantingssnelheid. De frequentie meet het aantal golfcycli dat een punt per tijdseenheid passeert en wordt gewoonlijk uitgedrukt in Hertz (Hz), waarbij 1 Hz gelijk is aan één cyclus per seconde. De amplitude meet de maximale verplaatsing van een golf vanuit zijn evenwichtspositie, en de voortplantingssnelheid verwijst naar de snelheid waarmee de golf door een medium reist, meestal uitgedrukt in meter per seconde (m /s).
In de wetenschap wordt de grootte van een golf voornamelijk beschreven aan de hand van de golflengte. Golflengte bepaalt het type golf en de kenmerken ervan in het elektromagnetische spectrum of andere golfclassificaties. Langere golflengten komen overeen met lagere frequenties en omgekeerd, waarbij elk golflengtebereik specifieke eigenschappen en toepassingen heeft in verschillende wetenschappelijke disciplines.
Het meten van het golfgetal heeft betrekking op de frequentie, die kwantificeert hoe vaak een golf in een bepaalde periode oscilleert. De frequentie is omgekeerd evenredig met de golflengte en heeft een directe invloed op de golfenergie en het gedrag ervan. Hogere frequenties duiden op meer golfcycli per tijdseenheid, terwijl lagere frequenties minder cycli aangeven. Frequentie is van fundamenteel belang voor het bepalen van de aard van golven in gebieden als natuurkunde, communicatie en astronomie, waar nauwkeurige metingen en berekeningen essentieel zijn voor het begrijpen van golfgedrag en -verschijnselen.