In geavanceerde rijhulpsystemen (ADAS) speelt radar een cruciale rol bij het verbeteren van de voertuigveiligheid door objecten rondom het voertuig te detecteren en te volgen. ADA’s maken doorgaans gebruik van korteafstandsradarsensoren (SRR) en langeafstandsradarsensoren (LRR). SRR-radars werken op kortere afstanden, doorgaans tot enkele tientallen meters, en worden gebruikt voor toepassingen zoals dodehoekmonitoring, hulp bij het wisselen van rijstrook en het vermijden van botsingen bij lage snelheid. LRR-radars werken op grotere afstanden, vaak tot enkele honderden meters, en worden gebruikt voor toepassingen zoals adaptieve cruisecontrol, waarschuwing voor voorwaartse botsingen en noodremmen. Deze radarsensoren leveren cruciale gegevens aan ADAS om de omgeving te beoordelen en de bestuurder te helpen veiliger rijbeslissingen te nemen.
ADAS maakt gebruik van verschillende soorten sensoren om de omgeving van het voertuig te monitoren en de veiligheid van de bestuurder te verbeteren. Naast radarsensoren gebruikt ADAS doorgaans camera’s als een andere essentiële sensortechnologie. De camera’s geven visuele informatie over de weg voor u, rijstrookmarkeringen, verkeersborden, voetgangers en andere voertuigen. Ze maken functies mogelijk zoals Lane Departure Warning, verkeersbordherkenning, voetgangersdetectie en automatische wegbundelcontrole. Camera’s in ADAS-systemen zijn doorgaans uitgerust met beeldverwerkingsalgoritmen om visuele gegevens te analyseren en interpreteren, waardoor waardevolle informatie wordt verstrekt voor besluitvorming en de algehele systeemefficiëntie wordt verbeterd.
Camera’s die in ADAS-systemen worden gebruikt, variëren afhankelijk van de vereisten van de specifieke toepassing en het systeem. Meestal omvatten ze naar voren gerichte camera’s die bij de achteruitkijkspiegel of op de voorruit zijn gemonteerd om het tafereel van de weg voor u vast te leggen. Deze camera’s kunnen gebruikmaken van beeldsensoren met hoge resolutie die gedetailleerde beelden kunnen vastleggen onder verschillende lichtomstandigheden, inclusief rijden overdag en ’s nachts. Sommige ADAS-systemen kunnen ook extra camera’s integreren om dode hoeken, achteraanzichten of omliggende gebieden te bewaken om uitgebreide dekking te bieden en het situationele bewustzijn van de bestuurder te verbeteren.
Zelfrijdende auto’s zijn afhankelijk van een combinatie van sensoren, waaronder radar, lidar (licht- en stuurdetectie), camera’s en ultrasone sensoren, om hun omgeving waar te nemen en te interpreteren. Radarsensoren die in autonome voertuigen worden gebruikt, zijn doorgaans geavanceerde versies van de sensoren die in ADAS worden gebruikt en kunnen nauwkeurige afstands-, snelheids- en hoekinformatie geven over objecten in de omgeving van het voertuig. Deze radarsystemen zijn essentieel voor autonome rijfuncties zoals adaptieve cruisecontrol, rijstrookassistentie en het vermijden van botsingen. Door radar te integreren met andere sensortechnologieën kunnen zelfrijdende auto’s hun omgeving diep waarnemen, realtime beslissingen nemen en veilig en efficiënt navigeren zonder menselijke tussenkomst.