Om een radardiagram, ook wel spiderdiagram of radardiagram genoemd, te maken, zijn bepaalde gegevens essentieel. Elk gegevenspunt vertegenwoordigt een variabele, en de waarde ervan bepaalt de positie van het overeenkomstige punt langs de assen die vanuit het midden van de grafiek uitstralen. Normaal gesproken vereisen radardiagrammen numerieke gegevens die kunnen worden geschaald zodat ze binnen de assen van het diagram passen. Als u bijvoorbeeld meerdere variabelen in verschillende categorieën vergelijkt (zoals prestatiegegevens zoals snelheid, nauwkeurigheid en efficiëntie), heeft u voor elke categorie kwantitatieve gegevens nodig om het radardiagram effectief in kaart te brengen. Deze gegevens dienen als basis voor het visualiseren en vergelijken van meerdere dimensies of attributen in één diagramformaat.
De elementen van een radardiagram omvatten een cirkeldiagram met radiale assen die zich vanuit een centraal punt uitstrekken en verschillende variabelen of categorieën vertegenwoordigen. Elke as komt overeen met een andere gegevensvariabele, en de afstand van het middelpunt tot elk punt langs een as weerspiegelt de grootte of waarde van die variabele. De punten of markeringen langs elke as zijn met elkaar verbonden en vormen een veelhoekige vorm, waardoor een visuele weergave ontstaat van hoe elke variabele zich verhoudt tot categorieën. Labels langs de assen en optioneel bij de hoekpunten van de polygoon bieden context en duidelijkheid over welke variabele elke as vertegenwoordigt. Deze elementen maken het gezamenlijk gemakkelijker om gegevenspatronen en vergelijkingen in het radardiagram te interpreteren.
Het maken van een radarkaart omvat verschillende stappen. Verzamel eerst de gegevenspunten voor elke variabele of categorie die u in de grafiek wilt weergeven. Zorg ervoor dat de gegevens numeriek zijn en geschikt zijn voor schalen langs de radiale assen van het diagram. Bepaal vervolgens hoeveel variabelen en categorieën u wilt opnemen, aangezien dit het aantal assen dicteert dat vanuit het midden van het diagram uitstraalt. Kies een geschikte schaal en bereik voor elke as om ervoor te zorgen dat gegevenspunten nauwkeurig worden weergegeven en vergelijkbaar zijn. Teken elk gegevenspunt door een lijn of markering langs elke as uit te breiden naar de corresponderende waarde, en verbind deze punten vervolgens om een veelhoekige vorm te vormen die relaties en vergelijkingen tussen variabelen visueel weergeeft. Voeg ten slotte indien nodig labels, titels en een legenda toe om de inhoud en context van het radardiagram te verduidelijken en ervoor te zorgen dat deze op effectieve wijze de ideeën communiceert die uit de gegevensanalyse zijn afgeleid.