Beam Sligonds in radarsystemen verwijzen naar de verkeerde uitlijning of afwijking van de radarbundel ten opzichte van de beoogde richting of as. Verschillende factoren kunnen Beam Sliginats veroorzaken:
- Onjuiste uitlijning van de antenne: Als de radarantenne niet goed is uitgelijnd of als er mechanische problemen zijn, waardoor deze afwijkt van de beoogde positie, is het mogelijk dat de radarstraal niet nauwkeurig naar het doel wijst. Deze verkeerde uitlijning kan resulteren in straalogen, waarbij de richting van de straal niet uitgelijnd is met de gewenste azimut of elevatie.
- Elektrische of elektronische fouten: Variaties in elektronische componenten of fouten in de signaalverwerking kunnen ook bundelsligonen veroorzaken. Deze fouten kunnen de fase of amplitude van het radarsignaal beïnvloeden, wat kan leiden tot onbedoelde afwijkingen in de richting van de radarbundel.
- Omgevingsfactoren: Veranderingen in omgevingsomstandigheden, zoals temperatuurvariaties of windeffecten op de radarantennestructuur, kunnen mechanische bewegingen of vervormingen veroorzaken die resulteren in straalschade. Omgevingsfactoren kunnen tijdelijke of aanhoudende afwijkingen in de richting van de radarbundel veroorzaken.
De vouwhoek in radar verwijst naar de hoek tussen de werkelijke richting van de radarbundel en de voorspelde of nominale richting. Het geeft de mate van verkeerde uitlijning of afwijking van de radarbundel aan van de gewenste doelrichting. Vouwhoeken kunnen worden gemeten in azimut (horizontale richting) of elevatie (verticale richting), afhankelijk van de configuratie van het radarsysteem en de oriëntatie van de radarantenne. Het minimaliseren van vouwhoeken is essentieel in radarsystemen om nauwkeurige detectie, tracking en meting van radarparameters zoals bereik en snelheid te garanderen. Geavanceerde radarsystemen maken gebruik van kalibratietechnieken en mechanische stabilisatiemechanismen om knikhoeken te verkleinen en een nauwkeurige bundeluitlijning tijdens bedrijf te behouden.