Passief met voorbeeld: In de grammatica wordt de passieve vorm gebruikt wanneer het onderwerp van een zin wordt uitgevoerd door het werkwoord, in plaats van de actie zelf uit te voeren. In de zin ‘Het boek is gelezen door Alice’ bijvoorbeeld, ‘krijgt het onderwerp’ Het boek ‘de actie van’ Lezen ‘en’ Alice ‘is degene die de actie uitvoert. Deze constructie verschuift de aandacht van de doener ( Alice) tot wat er wordt gedaan (het boek lezen), waardoor het een passieve zin wordt.
Passieve regel met voorbeeld: Passieve stem volgt een specifieke regel waarbij het object van een actief werkwoord het onderwerp wordt in een passieve zin, en het werkwoord wordt vervoegd met behulp van een vorm van “zijn” plus het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Neem bijvoorbeeld de actieve zin ‘John heeft het huis gebouwd’. Om dit om te zetten in passieve stem, zou je zeggen: “Het huis is gebouwd door John.” Hier wordt “het huis” (het object in de actieve zin) het onderwerp, “werd gebouwd” wordt gevormd met behulp van “was” (een vorm van “zijn”) plus het voltooid deelwoord “gebouwd” en “door John” geeft de actie bureau.
Voorbeeld van een passief formulier: Een voorbeeld van een passief formulier is “Het rapport is geschreven door Sarah”. Hier is ‘werd geschreven’ de passieve vorm van het werkwoord ‘schrijven’. Het benadrukt de actie van het schrijven van het rapport in plaats van wie de actie heeft uitgevoerd (Sarah).
Hoe leg je passief uit?: Om de passieve stem uit te leggen, zou je deze omschrijven als een grammaticale constructie waarbij het onderwerp van de zin wordt uitgevoerd door het werkwoord, in plaats van de handeling zelf uit te voeren. De passieve stem wordt vaak gebruikt om de focus te verleggen van het ambt van de handeling naar de handeling zelf, of wanneer het ambt van de handeling onbekend, minder belangrijk of opzettelijk uit de zin is weggelaten.
Passieve werkwoorden: Passieve werkwoorden zijn werkwoorden die worden gebruikt bij de passieve stemconstructie, waarbij het onderwerp van de zin de actie ontvangt in plaats van deze uit te voeren. Deze werkwoorden worden vervoegd met vormen van “être” (zoals “IS”, “ben”, “zijn”, “was”, “waren”, enz.), gevolgd door het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Voorbeelden van passieve werkwoorden zijn “wordt schoongemaakt”, “is gezien”, “wordt geschreven”, “zal worden voltooid”, enz. Deze constructies helpen acties vanuit een ander perspectief over te brengen of benadrukken wat er gebeurt in plaats van wie de actie uitvoert.