Het radarproces omvat verschillende belangrijke stappen. Ten eerste genereert en verzendt het radarsysteem pulsen van radiofrequentie-energie via zijn antenne. Deze pulsen reizen door de lucht en worden, wanneer ze een object tegenkomen, als echo’s teruggekaatst naar de radarantenne. De radarontvanger vangt deze echo’s vervolgens op en zet ze om in elektrische signalen. Door de tijd te meten die de pulsen nodig hebben om naar het object en terug te reizen, berekent het radarsysteem de afstand tot het object. De richting waaruit de echo’s terugkeren, geeft het rollen van het object aan. Deze informatie wordt vervolgens gebruikt om een visuele weergave van de omgeving op een radarscherm te creëren, waarop de posities en bewegingen van gedetecteerde doelen worden weergegeven.
De verwerking van radargegevens omvat verschillende stappen om de door de radar ontvangen ruwe signalen om te zetten in betekenisvolle informatie. In eerste instantie worden de ontvangen echo’s versterkt en gefilterd om ruis te verwijderen en de signaalkwaliteit te verbeteren. De verwerkte signalen worden vervolgens gedigitaliseerd voor verdere analyse. Signaalverwerkingsalgoritmen worden toegepast om relevante kenmerken te extraheren, zoals bereik, rol en snelheid van doelen. Technieken zoals pulscompressie, Doppler-filtering en clutter-verwijdering worden gebruikt om de resolutie en nauwkeurigheid van doeldetectie te verbeteren. De verwerkte gegevens worden vervolgens op een scherm weergegeven, vaak met extra overlays en annotaties om interpretatie en besluitvorming te vergemakkelijken. Deze verwerkte radargegevens bieden operators duidelijke, bruikbare informatie voor navigatie, bewaking of andere toepassingen.