Het bereik van de maritieme radar varieert doorgaans afhankelijk van het type en de specificaties van het radarsysteem. Standaard maritieme radars die worden gebruikt voor navigatie en het vermijden van aanvaringen hebben doorgaans een bereik van maximaal 96 zeemijl (ongeveer 178 kilometer). Het effectieve detectiebereik kan echter korter zijn, afhankelijk van factoren zoals doelgrootte en reflectiviteit, weers- en zeeomstandigheden. Sommige gespecialiseerde maritieme radars voor de lange afstand kunnen objecten detecteren op afstanden van meer dan 200 zeemijl (370 kilometer).
De beperking van de zeeradar omvat de gevoeligheid voor weersomstandigheden, die de prestaties ervan kunnen beïnvloeden. Zware regen, mist en opspattend zeewater kunnen de effectiviteit van de radar verminderen door verzwakking en ruis te veroorzaken. Zeeradar heeft ook een beperkt vermogen om kleine of onopvallende objecten te detecteren, zoals kleine boten of boeien, vooral onder ruwe zeeomstandigheden. Bovendien beperkt de kromming van de aarde het zichtbereik van de radar, wat betekent dat doelen buiten de radarhorizon niet kunnen worden gedetecteerd. Radarinterferentie van andere schepen of elektronische systemen kan ook voor problemen zorgen.
Bereiksnelheid in radar, ook wel radiale snelheid genoemd, verwijst naar de snelheid waarmee de afstand tussen de radar en een doel verandert. Het is een maatstaf voor hoe snel een doel zich naar of van de radar beweegt. Dit wordt bepaald met behulp van het Doppler-effect, waarbij een frequentieverschuiving in het gereflecteerde radarsignaal de snelheid van het doel ten opzichte van de radar aangeeft. Informatie over bereiksnelheid is cruciaal voor het volgen van de beweging van doelen en kan worden gebruikt om hun toekomstige posities te voorspellen.