Tilt range error verwijst naar de afwijking of discrepantie tussen de werkelijke afstand van een vliegtuig tot een grondbaken (zoals een DME-station) en de afstand gemeten door de navigatieapparatuur van het vliegtuig. Deze fout treedt op omdat de gemeten afstand niet langs een horizontaal vlak (grondniveau) ligt, maar eerder langs een hellend of hellend pad van het vliegtuig naar het baken. Kantelbereikfouten kunnen optreden als gevolg van factoren zoals vliegtuighoogte, terreinhoogte en geometrische overwegingen van het signaalpad.
Het hellingsbereik verwijst naar de afstand in een rechte lijn tussen twee punten die niet op hetzelfde niveau liggen, meestal gemeten langs een pad dat hellend of hellend is ten opzichte van een horizontaal vlak. In luchtvaart- en radarsystemen wordt oeverbereik vaak gebruikt om de afstand van een vliegtuig tot een grondnavigatiehulpmiddel of -doel te beschrijven. In tegenstelling tot het horizontale bereik, dat de afstand langs de grond meet, houdt het kantelbereik rekening met het hoogteverschil tussen het vliegtuig en het grondstation of doel.
Om DME-fouten (afstandsmeetapparatuur) te minimaliseren, kunnen verschillende strategieën worden gebruikt. Ten eerste moet nauwkeurige informatie over de hoogte van vliegtuigen beschikbaar zijn en geïntegreerd worden in berekeningen van afstandsmetingen. Moderne elektronische systemen gebruiken nauwkeurige hoogtegegevens om het gekantelde pad van het DME-signaal van het vliegtuig naar het grondstation te corrigeren. Bovendien helpt het zorgen voor een goede kalibratie en uitlijning van DME-apparatuur in het vliegtuig en het grondstation de meetonnauwkeurigheden te verminderen. Er worden ook adequate signaalverwerkingsalgoritmen en foutcorrectietechnieken gebruikt om rekening te houden met atmosferische omstandigheden, signaalreflectie en andere factoren die de nauwkeurigheid van Iclans-bereikmetingen kunnen beïnvloeden.
Het kantelbereik van een DME (afstandsmeetapparatuur) verwijst naar de afstand gemeten langs de zichtlijn tussen het vliegtuig en het DME-station op de grond. Het vertegenwoordigt de werkelijke afstand tussen het vliegtuig en het grondstation, rekening houdend met het hoogteverschil tussen de twee punten. DME-systemen bieden informatie over het kantelbereik aan vliegtuignavigatiesystemen, waardoor piloten hun afstand tot het DME-station kunnen bepalen, ongeacht hun hoogte. Het kantelbereik is een cruciale parameter in de luchtvaartnavigatie, die piloten helpt hun positie ten opzichte van navigatiehulpmiddelen te bepalen en een veilige en nauwkeurige navigatie tijdens de vlucht te garanderen.