Een echo is een geluid dat weerkaatst op een oppervlak en na een korte vertraging weer hoorbaar is. Dit fenomeen doet zich voor wanneer geluidsgolven weerkaatsen op een oppervlak, zoals een muur of berg, en terugkeren naar de luisteraar. De vertraging tussen het oorspronkelijke geluid en de echo is afhankelijk van de afstand tussen de geluidsbron en het reflecterende oppervlak.
Het gebruik van een echo omvat verschillende praktische toepassingen. Een algemeen gebruik vindt plaats in de sonartechnologie, waarbij echo’s worden gebruikt om objecten onder water te detecteren door geluidsgolven uit te zenden en naar hun reflecties te luisteren. Echo’s worden ook gebruikt in de medische beeldvorming, met name ultrasone technologie, om beelden van de binnenkant van het lichaam te creëren door geluidsgolven van interne structuren te reflecteren.
Twee specifieke toepassingen van echo zijn echolocatie en architectonische akoestiek. Echolocatie wordt gebruikt door dieren zoals vleermuizen en dolfijnen om te navigeren en voedsel te vinden door geluidsgolven uit te zenden en te luisteren naar echo’s die door objecten worden weerkaatst. In de architectonische akoestiek worden echo’s gebruikt om de akoestiek van een kamer of gebouw te bestuderen, waardoor ruimtes met een betere geluidskwaliteit kunnen worden ontworpen door te begrijpen hoe geluid erin wordt gereflecteerd.
Echo’s worden op verschillende gebieden gebruikt, zoals navigatie, medische beeldvorming en entertainment. Bij navigatie gebruiken sonarsystemen echo’s om onderwaterobjecten en terrein te detecteren en in kaart te brengen. Bij medische beeldvorming zijn echo’s cruciaal voor echografieën, omdat ze gedetailleerde beelden van inwendige organen en weefsels opleveren. In entertainment worden echo’s gebruikt bij muziekproductie en geluidsontwerp om speciale audio-effecten te creëren en de luisterervaring te verbeteren.