De pulssynchronisatietechniek omvat het controleren en meten van de duur tussen de verzending van radarpulsen en de ontvangst ervan. Deze techniek wordt gebruikt om de afstand tot een doel te bepalen door de tijd te berekenen die een puls nodig heeft om naar het doel te reizen en terug te keren naar het radarsysteem.
Pulstijd verwijst naar de duur van elke individuele puls die door de radar wordt uitgezonden. Dit is een kritische parameter die de resolutie van de radar beïnvloedt en het vermogen om dicht bij elkaar gelegen doelen te onderscheiden. Kortere pulstijden bieden over het algemeen een betere resolutie, maar vereisen mogelijk een hoger vermogen.
De pulspositiemethode is een techniek die wordt gebruikt in radar- en communicatiesystemen waarbij de positie van een puls volgens een vast schema informatie verzendt. Door de timing van de puls in elke tijdsperiode te variëren, kan deze methode gegevens coderen of doeldetectie verbeteren.
De PWM-techniek (Pulse Breedte Modulatie) omvat het variëren van de breedte van pulsen in een signaal om informatie of controlesystemen te coderen. In radarsystemen kan PWM worden gebruikt om de pulsduur aan te passen voor verschillende meetdoeleinden of om het verzonden signaal te moduleren.
Het principe van PPM (pulspositiemodulatie) houdt in dat de positie van elke puls binnen een vast tijdsinterval wordt gevarieerd om informatie te coderen. In tegenstelling tot PWM, dat de pulsbreedte verandert, codeert PPM gegevens door de pulspositie binnen een vooraf gedefinieerd tijdsinterval te verschuiven, waardoor gegevensoverdracht of signaalverwerking mogelijk is.