Bundelbreedte verwijst naar de hoekbreedte van de hoofdlob van het stralingspatroon van een antenne. In de telecommunicatie- en antennetechniek beschrijft het de hoekdekking of voortplanting van elektromagnetische energie die door de antenne in een specifieke richting wordt uitgestraald of ontvangen. De bundelbreedte geeft aan hoe nauw of globaal de antenne-energie is gefocust bij het verzenden of ontvangen van signalen. Het wordt meestal gemeten in graden en helpt bij het bepalen van de directiviteit en het dekkingsgebied van het stralingspatroon van de antenne.
In de natuurkunde verwijst bundelbreedte doorgaans naar de fysieke afmetingen of diameter van een bundel deeltjes of elektromagnetische golven. In de optica kan het bijvoorbeeld verwijzen naar de diameter van een laserstraal of de voortplanting van licht uit een bron. In de context van antennes verwijst bundelbreedte specifiek naar de hoekspreiding van de hoofdlob van het stralingspatroon in plaats van naar de fysieke afmetingen van de bundel zelf. Het kwantificeert de directionaliteit en ruimtelijke dekking van signalen die door de antenne worden verzonden of ontvangen.
De bundelbreedte van een antenne-array verwijst naar de hoekbreedte van de hoofdlob van het stralingspatroon dat wordt geproduceerd door een array van antennes die samenwerken als een enkele eenheid. Antenne-arrays worden gebruikt om specifieke stralingskarakteristieken te bereiken, zoals bundelrichting of bundelvorming, door signalen van meerdere antennes te combineren. De bundelbreedte van een antenne-array wordt bepaald door de opstelling en afstand van individuele antennes in de array, wat de richtingseigenschappen en het dekkingsgebied van de array beïnvloedt. Antenne-engineering en ontwerpnetwerken omvatten vaak het optimaliseren van de lay-out en configuratie om de gewenste bundelbreedte en prestatiekenmerken te bereiken.