Radar detecteert objecten of doelen door elektromagnetische golven (meestal radiogolven of microgolven) vanaf een antenne uit te zenden en hun reflecties te ontvangen. Deze golven stuiteren op objecten op hun pad en keren terug naar het radarsysteem, waar ze door een ontvanger worden gedetecteerd. Het radarsysteem analyseert de tijd die nodig is voordat signalen terugkeren en hun Dopplerverschuiving (verandering in frequentie als gevolg van beweging van objecten) om de afstand, richting, snelheid en andere kenmerken van gedetecteerde doelen te bepalen. De radar kan een breed scala aan objecten detecteren op basis van hun grootte, vorm, materiaalsamenstelling en afstand tot de radarantenne, inclusief vliegtuigen, schepen, voertuigen, weerformaties en zelfs ruimtepuin.
Een radarsensor, vergelijkbaar met een radarsysteem, detecteert objecten door elektromagnetische golven uit te zenden en hun reflecties te ontvangen. De term “radarsensor” wordt vaak gebruikt om een radarmodule of -eenheid te beschrijven die voor specifieke toepassingen in verschillende systemen of apparaten is geïntegreerd. Autoradarsensoren worden bijvoorbeeld gebruikt in geavanceerde rijhulpsystemen (ADAS) en autonome voertuigen om nabijgelegen voertuigen, voetgangers en obstakels te detecteren. Deze sensoren werken op dezelfde manier als traditionele radarsystemen, maar zijn ontworpen met specifieke kenmerken en mogelijkheden die zijn afgestemd op het beoogde gebruik, zoals een compact formaat, een laag energieverbruik en gespecialiseerde signaalverwerkingsalgoritmen voor het detecteren van realtime objecten en het vermijden van botsingen.
Een radardetector is een apparaat dat is ontworpen om de aanwezigheid van radarsignalen te detecteren die worden uitgezonden door politieradarkanonnen die worden gebruikt voor snelheidshandhaving. Deze apparaten worden voornamelijk door automobilisten gebruikt om hen te waarschuwen wanneer wetshandhavers radar gebruiken om de voertuigsnelheid te controleren. Radardetectoren werken door specifieke frequenties te scannen die doorgaans door radarkanonnen worden gebruikt en een hoorbare of visuele waarschuwing aan de bestuurder te geven wanneer dergelijke signalen worden gedetecteerd. Hoewel radardetectoren zelf niet direct radarsignalen van andere bronnen detecteren (zoals weerradars of vliegtuigradars), zijn ze specifiek afgestemd op het detecteren van frequenties die worden gebruikt door politieradarkanonnen, waardoor bestuurders mogelijk hun snelheid kunnen aanpassen en snelheidsovertredingen kunnen vermijden.