Wat brandt bij radarstoring?

Radarstoring verwijst naar het punt waarop een radarsysteem een ​​doel kan detecteren ondanks de pogingen van het doel om radarsignalen te blokkeren. Dit gebeurt wanneer de signaalverwerkingsmogelijkheden van het radarsysteem sterk genoeg zijn om zwakke retoursignalen van het doel te onderscheiden te midden van de interferentie veroorzaakt door stoorsignalen. In wezen vertegenwoordigt Burn Through de drempel waarboven radarstoring ineffectief wordt omdat het radarsysteem zijn doelen nog steeds kan detecteren en volgen.

Radarbrandmodus is een specifieke operationele modus die door radarsystemen wordt gebruikt om hun vermogen om doelen te detecteren te verbeteren, zelfs als er sprake is van storing. In deze modus past het radarsysteem zijn parameters aan, zoals signaalverwerkingsalgoritmen en transmissiefrequenties, om de effecten van stoorsignalen te verzachten. Door deze parameters te optimaliseren, streeft het radarsysteem ernaar het doeldetectievermogen te behouden, zelfs wanneer het wordt blootgesteld aan opzettelijke interferentiepogingen.

Radarstoring werkt door het uitzenden van elektromagnetische signalen die interfereren met signalen die door een radarsysteem worden ontvangen. Deze stoorsignalen kunnen verschillende vormen aannemen, waaronder ruis, valse doelen of misleidende signalen die zijn ontworpen om de radarontvanger te verwarren of te overweldigen. Het doel van radarstoring is het verminderen van het vermogen van het radarsysteem om doelen nauwkeurig te detecteren en te volgen door de echte echosignalen te maskeren of te vervormen die worden gereflecteerd door interessante doelen.

Sensorjamming omvat daarentegen een breder scala aan technieken die gericht zijn op het verstoren van de werking van verschillende sensorsystemen buiten de radar. Dit kunnen infrarood (IR) sensoren, elektro-optische (EO) sensoren en andere soorten elektronische detectie- en volgsystemen zijn. Sensorjammingtechnieken omvatten vaak het uitzenden van interferentiesignalen die geldige sensoruitvoer nabootsen of valse signalen genereren om sensoren te misleiden of te overweldigen, waardoor de effectiviteit ervan bij het nauwkeurig detecteren en volgen van doelen wordt verminderd.