Een radarsysteem bestaat uit verschillende essentiële componenten die samenwerken om doelen te detecteren en te volgen. Deze omvatten doorgaans een zender, die elektromagnetische golven (microgolven of radiogolven) genereert die door een antenne worden uitgestraald. De golven planten zich door de atmosfeer voort totdat ze een doel tegenkomen, dat een deel van de energie terugkaatst naar de radar. Een ontvanger vangt het gereflecteerde signaal op, versterkt het en verwerkt het om informatie te extraheren over de locatie, snelheid en andere kenmerken van het doel. Signaalverwerkingseenheden interpreteren ontvangen signalen en filteren ruis en rommel weg om de nauwkeurigheid van de doeldetectie te verbeteren. Ten slotte presenteren display-eenheden radargegevens aan operators in een formaat dat kan worden gebruikt voor besluitvorming.
Radars zijn complexe elektronische systemen die zijn ontworpen voor specifieke toepassingen en omgevingen. Ze bestaan uit verschillende componenten, zoals antennes, die cruciaal zijn voor het verzenden en ontvangen van radiogolven of microgolven. Zenders produceren de elektromagnetische signalen die de antennes uitzenden, terwijl ontvangers de signalen opvangen en verwerken die door de doelen worden gereflecteerd. Signaalprocessors en computers beheren de door de ontvanger gegenereerde gegevens en analyseren deze om doelen nauwkeurig te identificeren en te volgen. Voedingen zorgen ervoor dat het radarsysteem voldoende stroom heeft om efficiënt te kunnen werken. Bovendien bevatten radars vaak koelsystemen om de tijdens de werking gegenereerde warmte te beheersen, waardoor voortdurende, betrouwbare prestaties worden gegarandeerd. Over het geheel genomen gaat het bij radarconstructie om het integreren van deze componenten in een samenhangend systeem dat in staat is de beoogde functies uit te voeren, of het nu gaat om militair toezicht, weermonitoring, luchtverkeersleiding of andere doeleinden.