De grootte van een radarbundel verwijst naar de hoekspreiding ervan, meestal gemeten in graden. Het vertegenwoordigt het kegelvormige gebied waarin de door de radar uitgezonden energie is geconcentreerd. De grootte van een radarbundel kan variëren afhankelijk van factoren zoals het antenneontwerp, de werkfrequentie en specifieke toepassingsvereisten. Radarbundels die worden gebruikt in langeafstandsbewakingssystemen kunnen bijvoorbeeld een grotere bundelbreedte hebben om grotere gebieden te bestrijken, terwijl radarbundels die worden gebruikt bij precisie-tracking- of beeldvormingstoepassingen smallere bundelbreedtes kunnen hebben om energie scherper te focusseren.
De grootte van een radarantenne verwijst naar de fysieke afmetingen, die aanzienlijk kunnen variëren, afhankelijk van het type radarsysteem en het beoogde gebruik ervan. Radarantennes variëren van kleine, compacte ontwerpen die worden gebruikt in draagbare of op voertuigen gemonteerde radarsystemen tot grote, complexe arrays die worden gebruikt in radarinstallaties op de grond of in de lucht. De fysieke grootte van de antenne beïnvloedt het stralingspatroon en de versterkingskarakteristieken, en beïnvloedt factoren zoals bundelbreedte en directiviteit. De antennegrootte is cruciaal bij het ontwerpen van radars, omdat deze de operationele mogelijkheden van het systeem bepaalt, inclusief bereik, resolutie en gevoeligheid voor inkomende signalen.
De effectieve bundelbreedte van radar verwijst naar het hoekbereik van de radarbundel waarin een aanzienlijk deel van de uitgezonden energie is geconcentreerd. Het is een maatstaf voor de richtingsgevoeligheid van de straal en bepaalt de ruimtelijke resolutie en het dekkingsgebied van het radarsysteem. De effectieve bundelbreedte wordt beïnvloed door het antenneontwerp, de werkfrequentie en de bundelvormingstechnieken die worden gebruikt om de radarbundel te vormen en te sturen. In praktische termen zorgt een smallere effectieve bundelbreedte voor een betere doelonderscheiding en lokalisatie, terwijl een bredere bundelbreedte een grotere dekking biedt, maar de resolutie kan opofferen.
Radargolven, een vorm van elektromagnetische straling, variëren in grootte afhankelijk van hun frequentie. Radargolven bevinden zich doorgaans in het microgolfgedeelte van het elektromagnetische spectrum, met frequenties variërend van honderden megahertz (MHz) tot tientallen gigahertz (GHz). De golflengte van radargolven komt omgekeerd overeen met hun frequentie, wat betekent dat hogere frequenties kortere golflengten hebben en omgekeerd. Radargolven die op lagere frequenties werken (bijv. S-band) hebben bijvoorbeeld langere golflengten (enkele centimeters), terwijl die op hogere frequenties (bijv. X-band of mmwave) kortere golflengten hebben (millimeters tot centimeters). De radargolfgrootte beïnvloedt kenmerken zoals het antenneontwerp, het voortplantingsgedrag en de systeemprestaties in verschillende operationele omgevingen.