Through-the-wall-radar werkt door elektromagnetische golven uit te zenden, doorgaans in het microgolffrequentiebereik (ongeveer 1 tot 10 GHz), naar een constructie zoals een muur. Deze golven dringen door de muur heen en interageren met objecten of structuren aan de andere kant. Wanneer de golven variaties in materiaaleigenschappen tegenkomen (zoals veranderingen in dichtheid tussen verschillende materialen of reflecties van objecten), reflecteren sommige golven terug naar de radarontvanger. Het radarsysteem detecteert deze gereflecteerde signalen, analyseert hun kenmerken (waaronder vertraging, amplitude en fase) en verwerkt de gegevens om een beeld of representatie te creëren van objecten achter de muur. Geavanceerde signaalverwerkingstechnieken worden gebruikt om onderscheid te maken tussen verschillende soorten objecten en om de helderheid te verbeteren van beelden die worden geproduceerd door radarsystemen die door de muur heen werken.
Ja, er zijn radarsystemen die speciaal zijn ontworpen om door muren heen te kijken. Deze door-de-muur-radarsystemen worden gebruikt in verschillende toepassingen, zoals militaire en wetshandhavingsoperaties (voor situationeel bewustzijn en doeldetectie), zoek- en reddingsmissies (om personen te lokaliseren die vastzitten in gebouwen) en structurele inspecties (om kenmerken of afwijkingen te beoordelen verborgen binnenmuren). Het vermogen van de radar om door muren heen te kijken hangt af van factoren zoals de werkfrequentie, het vermogen van het radarsysteem en de materiaalsamenstelling en dikte van de muren die worden gepenetreerd. Door deze parameters te optimaliseren kunnen door-de-muur-radarsystemen waardevolle informatie verschaffen en de operationele capaciteiten in verschillende scenario’s verbeteren.
De radar zelf kan muren niet rechtstreeks detecteren, omdat zijn belangrijkste functie het detecteren en volgen van objecten is door elektromagnetische golven uit te zenden en te ontvangen. Radarsignalen kunnen echter interageren met muren in omgevingen zoals stedelijke omgevingen of binnenconstructies. Wanneer radargolven een muur tegenkomen, worden ze gedeeltelijk gereflecteerd, geabsorbeerd of afgebogen, afhankelijk van de eigenschappen van het materiaal en de frequentie van het radarsysteem. Deze interacties kunnen van invloed zijn op het vermogen van de radar om objecten achter of nabij muren te detecteren en te lokaliseren, omdat de muur de voortplanting van radarsignalen en de kwaliteit van detecties kan beïnvloeden. Het begrijpen van deze effecten is cruciaal voor het optimaliseren van de radarprestaties in scenario’s waarin muren de signaalvoortplanting en objectdetectie kunnen beïnvloeden.
Wandpenetrerende radar werkt doorgaans op microgolffrequenties, doorgaans tussen 1 GHz (gigahertz) en 10 GHz. Deze frequenties zijn gekozen omdat ze een evenwicht bieden tussen het doordringen van gewone bouwmaterialen zoals gipsplaat, hout en gips, terwijl ze toch voldoende resolutie bieden om objecten of structurele kenmerken binnenshuis te detecteren. Hogere frequenties kunnen een fijnere resolutie bieden, maar kunnen moeilijker door dikkere of dichtere materialen dringen. De frequentiekeuze voor muurdoordringende radar hangt af van factoren zoals de gewenste indringdiepte, de resolutie die nodig is om kleine objecten te detecteren en de specifieke materiaaleigenschappen van de doorboorde muren.