Een voorbeeld van radarruis is zeeruis, die optreedt wanneer radarsignalen weerkaatsen op het zeeoppervlak als gevolg van golven, stromingen en windpatronen. Zeeruis verschijnt als ongewenste echo’s op radarschermen, waardoor het moeilijk wordt om echte doelen zoals schepen of vliegtuigen boven de oceaan te detecteren. Radaroperators moeten technieken als filtering en signaalverwerking gebruiken om onderscheid te maken tussen zeeruis en echte doelen, waardoor nauwkeurige en betrouwbare radarwerking in maritieme omgevingen wordt gegarandeerd.
Voorbeelden van radarsystemen zijn onder meer weerradar, die wordt gebruikt voor het detecteren en volgen van neerslag, stormen en andere atmosferische verschijnselen. Weerradar helpt meteorologen de weersomstandigheden te monitoren, ernstige weersomstandigheden te voorspellen en tijdig waarschuwingen aan het publiek te geven. Een ander voorbeeld is de luchtverkeersleidingsradar, die de positie en beweging van vliegtuigen in het gecontroleerde luchtruim bewaakt. Het zorgt voor een veilig en efficiënt luchtverkeersbeheer door real-time informatie te verstrekken aan luchtverkeersleiders om de scheiding tussen vliegtuigen te behouden en hen te begeleiden tijdens het opstijgen, landen en vliegen.
Het verschil tussen ruis en ruis op radar is hun oorsprong en hun effecten op de radarprestaties. Ruis verwijst naar willekeurige fluctuaties of ongewenste signalen die de kwaliteit van radargegevens verslechteren. Dit kan het gevolg zijn van elektronische interferentie, atmosferische storingen of de inherente beperkingen van radarapparatuur. Rommel verwijst daarentegen specifiek naar ongewenste echo’s of reflecties van radarsignalen van niet-doelbronnen zoals terreinkenmerken, gebouwen, zeeoppervlakken of atmosferische omstandigheden. Rommel kan echte doelen verdoezelen en uitdagingen opleveren voor radaroperatoren, waarbij geavanceerde filter- en verwerkingstechnieken nodig zijn om onderscheid te maken tussen rommel en daadwerkelijke doelen die van belang zijn.