Wat is de frequentie van de luchtverkeersleidingsradar?

Radarsystemen voor luchtverkeersleiding (ATC) werken doorgaans in het microgolffrequentiebereik, waarbij gewoonlijk frequenties rond 960-1215 MHz (Megahertz) worden gebruikt voor de primaire surveillanceradar (PSR) en 1030-1090 MHz voor de secundaire surveillanceradar (SSR). Deze frequenties worden toegewezen door regelgevende instanties om compatibiliteit te garanderen en interferentie met andere communicatie- en radarsystemen te minimaliseren. ATC-radars gebruiken deze frequenties om vliegtuigen in gecontroleerd luchtruim te detecteren en te volgen, waardoor kritische informatie wordt verstrekt aan luchtverkeersleiders voor veilig en effectief luchtverkeersbeheer.

Vliegtuigradarsystemen, ook wel boordweerradars of weervermijdingsradars genoemd, werken op microgolffrequenties die doorgaans rond de 9 tot 10 GHz (Gigahertz) liggen. Deze radarsystemen worden op vliegtuigen geïnstalleerd om weersomstandigheden, zoals neerslag (regen of sneeuw), onweersbuien en turbulentie, nabij het vliegtuig te detecteren. Door microgolfpulsen uit te zenden en de gereflecteerde signalen (echo’s) te analyseren, bieden vliegtuigradarsystemen piloten realtime weersinformatie om veilig te navigeren en gevaarlijke weersomstandigheden tijdens de vlucht te vermijden.

Vluchtradarsystemen, zoals die welke worden gebruikt voor het volgen van commerciële vluchten en vliegtuigen voor de algemene luchtvaart, werken in het radiofrequentiebereik van ongeveer 1090 MHz. Deze systemen maken gebruik van automatische Surveillance-Broadcast (ADS-B)-technologie, waarbij vliegtuigen uitgerust met ADS-B-transponders hun positie, snelheid, hoogte en andere gegevens doorgeven aan grondontvangers en andere vliegtuigen in de nabijheid. Vluchtradarsystemen ontvangen deze ADS-B-uitzendingen en geven real-time vliegtuigposities en vluchtinformatie weer aan gebruikers, waaronder luchtvaartliefhebbers, luchtverkeersleiders en luchtvaartmaatschappijen.

De frequentieband die is toegewezen aan de luchtverkeersleidingsradar (ATC) omvat verschillende specifieke bereiken om verschillende radarfunctionaliteiten mogelijk te maken en een effectief luchtverkeersbeheer te garanderen. De primaire radarfrequentieband varieert van 960 tot 1215 MHz en wordt gebruikt voor basismonitoring van vliegtuigposities door radarreflecties van vliegtuigen te detecteren. De secundaire surveillanceradar (SSR), die werkt in het frequentiebereik van 1030 tot 1090 MHz, vormt een aanvulling op de primaire radar door extra mogelijkheden te bieden voor vliegtuigidentificatie en gegevensuitwisseling via transpondersignalen. Deze toegewezen frequentiebanden worden internationaal gereguleerd om de interoperabiliteit tussen ATC-radarsystemen wereldwijd te vergemakkelijken en een naadloze communicatie en bewaking van vliegtuigen in gecontroleerd luchtruim te garanderen.